| 05 juni 2018
Vijf vragen en antwoorden over transvetten
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wil met ingang van 2023 een verbod op transvetten in industrieel bereide producten. Wat zijn transvetten en wat is er precies zo schadelijk aan?
1. Wat zijn transvetten?
Transvetten zijn een bepaald soort onverzadigde vetten. Normaal gesproken zijn onverzadigde vetten prima voor onze gezondheid, maar transvetten juist niet. Ze hebben een dubbel negatief effect: ze verhogen het ongunstige LDL-cholesterolgehalte en ze verlagen het gunstige HDL-cholesterol. Dit maakt ze nog een stukje ‘slechter’ dan verzadigde vetten, die zowel het LDL-cholesterol als het HDL-cholesterol verhogen. Transvetten komen van nature in kleine hoeveelheden voor in vlees en zuivel. Maar het meeste transvet ontstaat in de voedingsmiddelenindustrie, als plantaardige vetten worden gehard. Dat maakt die vetten steviger en langer houdbaar, en dus handig om te verwerken. Maar voor ons lichaam is dat dus helemaal niet zo gunstig. Transvetten komen nog voor in harde margarines (pakjes), in hard frituurvet en in gebak, koek en snacks. Vroeger zaten er echt veel transvetten in margarine, maar de producenten hebben het proces inmiddels aangepast.
2. Krijgen we in Nederland te veel transvetten binnen?
Volgens de Gezondheidsraad zijn transvetten geen probleem meer in Nederland. De officiële aanbeveling is maximaal 1 procent van de dagelijkse calorieën uit transvetten. Dat komt neer op ongeveer 2-3 gram per dag. Gemiddeld krijgen we in Nederland nu ongeveer 1 tot 1,5 gram transvetten binnen per dag. Ongeveer de helft van de transvetten komt uit natuurlijke bronnen, zoals kaas, zuivel en vlees. De rest is afkomstig van gedeeltelijk gehard vet in koek, gebak en snacks. Door zoveel mogelijk te kiezen voor vloeibaar en zacht vet en niet te veel koek, gebak en snacks te eten, beperk je de inname van transvet.
3. Als het geen probleem is, waarom wil de WHO dan een verbod?
De WHO stelt dat er jaarlijks wereldwijd maar liefst 540.000 doden vallen door het gebruik van transvetten in de voedingsmiddelenindustrie. Dat geldt dus niet voor Nederland en de meeste andere westerse landen, want daar zijn de schadelijke vetten inmiddels grotendeels verbannen. Maar in het Midden-Oosten en landen als India, Pakistan en Iran is het gebruik van transvetten nog volop toegestaan. Ze worden gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie, maar ook in de horeca. Daarom pleit de WHO voor een verbod. Overigens zijn transvetten in Nederland niet verboden.
4. Hoe zit het met de natuurlijke transvetten?
Alle transvetten hebben een ongunstig effect op het cholesterolgehalte. Maar bij de natuurlijk transvetten in zuivel en vlees speelt nog wel iets interessants. Een van die natuurlijke transvetten is namelijk CLA (geconjugeerd linolzuur). Sommige onderzoeken bij proefdieren geven aanwijzingen dat dit CLA juist positieve effecten heeft op de gezondheid, zoals een lager risico op kanker, een betere weerstand, gewichtsverlies en een betere lichaamssamenstelling met minder vet en meer spieren. Maar: dit effect is bij de mensen veel minder duidelijk aangetoond. Vooralsnog raadt de Gezondheidsraad aan om ook deze natuurlijke transvetten te minderen.
5. Hoe herken je transvetten op het etiket?
Helaas is het niet verplicht om transvetten op het etiket te vermelden. Soms wordt het gehalte transvet wel op het etiket aangegeven, bijvoorbeeld bij margarines en bak- en braadproducten. Maar bij koekjes en snacks staat het vaak niet vermeld. Je kunt wel kijken bij de ingrediënten. Als er staat: ‘plantaardig vet, gedeeltelijk gehard’ of ‘gehydrogeneerd vet’, dan weet je dat er gebruik is gemaakt van transvetten. Je weet dan alleen nog niet hoeveel transvetten er in het product zitten.