| 15 januari 2018
De kansen op overleving van kanker zijn de afgelopen 50 jaar fors toegenomen. Dat blijkt uit cijfers van het Integraal Kankercentrum Nederland op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie.
Wanneer je kijkt naar de algehele overleving van alle vormen van kanker (ongeacht stadium) die in Nederland zijn gediagnosticeerd en behandeld, dan blijkt dat de 5-jaarsoverleving tussen 1961-1970 en 2011-2015 bijna is verdubbeld van 36 procent naar 64. De 10-jaarsoverleving steeg tussen 1961-1970 en 2006-2010 van 32 procent naar 54 procent. Laatst genoemd percentage loopt maar tot en met 2006-2010, omdat de 10-jaarsoverleving van patiënten die sinds 2007 zijn gediagnosticeerd uiteraard nog niet kan worden berekend.
Verdere vooruitgang verwacht
Trends in de 5-jaarsoverleving maken echter duidelijk dat er ook de komende jaren verdere vooruitgang valt te verwachten in de 10-jaarsoverleving (zie lijn 2011-2015). Met 10-jaarsoverleving wordt bedoeld dat een patiënt 10 jaar na de diagnose nog leeft.
Screening en nieuwe behandelingen vergroten overlevingskans
Tussen de diverse vormen van kanker zijn aanzienlijke verschillen te zien in de overlevingskansen van patiënten. Voor bijna alle vormen van kanker geldt: hoe lager het stadium bij diagnose, des te hoger de kans op een effectieve behandeling en een langere overleving. Om de kans op vroege ontdekking (dus een lager stadium) te vergroten, zijn er in Nederland bevolkingsonderzoeken geïntroduceerd voor borst-, baarmoederhals- en dikkedarmkanker. Deze screeningsprogramma’s leveren, in combinatie met nieuwe behandelingen, een bijdrage aan vroege opsporing van kanker en daarmee betere kansen op een lange overleving.