| 17 april 2018
Hooikoorts is één van de meest voorkomende allergieën. Als je last van hooikoorts hebt, ben je allergisch voor sommige pollen. Pollen zijn voortplantingscellen van grassen, planten en bomen. Deze superkleine stuifmeelkorreltjes drijven met de wind mee en verspreiden zich zo over vele kilometers.
Mestcellen
Op warme, winderige dagen kunnen er miljoenen pollen in de lucht zweven. Als de pollen op het neusslijmvlies, de oogbollen of in de luchtwegen terecht komen, reageert je afweersysteem hierop. De cellen van je afweersysteem produceren een stof, IgE, die de pollen tegenwerkt. IgE zet zich op de mestcellen vast.
Mestcellen zijn de cellen die vooral voorkomen in de luchtwegen en longen. Deze mestcellen bevatten stoffen, waaronder histamine, die gevaarlijke indringers onschadelijk kunnen maken. Als er nieuwe pollen op het slijmvlies komen, laat de IgE de mestcel los om de indringers aan te vallen. Hierdoor scheurt de wand van de mestcel kapot en komt histamine vrij. Dit veroorzaakt de hooikoortsverschijnselen.
Histamine in het lichaam
Als ons lichaam een vreemde stof binnenkrijgt, bijvoorbeeld na een steek van een insect, maken de mestcellen histamine aan. Histamine zorgt voor het verwijden van de bloedvaten. Hierdoor kunnen de afvalstoffen worden afgevoerd en antistoffen worden aangevoerd.
De jeuk en pijn die hierbij ontstaat, is een waarschuwing voor ons. Op die plek in het lichaam is iets aan de hand. Deze histaminereactie is dus goed. Bij een overmatige of ongewenste histaminereactie wordt er een teveel aan histamine aangemaakt. Hierdoor worden de slijmvliezen rood en zwellen op.
Ook ontstaat dan een overmatige slijmproductie. Dit is bij hooikoorts het geval. Pollen zijn onschadelijk voor ons. Toch komt er histamine vrij om de 'indringers' onschadelijk te maken.
Niezen en snotteren
Bij een aanval van hooikoorts raken de slijmvliezen geïrriteerd. Met name de slijmvliezen in de neus en de keelholte en de slijmvliezen bij de ogen.
Kenmerkend voor hooikoorts zijn:
Jeukende, branderige ogen, die voortdurend tranen.
Rode en gezwollen oogleden.
Een loopneus, die overgaat in een verstopte neus.
Niesbuien.
Moe, koortsig gevoel.
Benauwdheid.
Soms hoesten en een pijnlijke keel.
Jeukend verhemelte.
De klachten kunnen per jaar verschillen (zowel qua sterkte als soort klacht). De hoeveelheid stuifmeel kan meer of minder zijn, maar ook spelen de weersomstandigheden een rol. Als het veel regent, blijft er minder stuifmeel in de lucht hangen. Droog weer en wind zorgen juist weer voor veel stuifmeel (pollen) in de lucht en meer/ernstiger klachten.
Erfelijk bepaald
Hooikoorts komt niet plotseling opzetten. Je slijmvlies raakt in de loop der jaren steeds gevoeliger, totdat de maat vol is en er allergische reacties ontstaan. Of dit gebeurt, is onder meer erfelijk bepaald. Heeft één van je ouders hooikoorts? Dan heb je 30 procent kans om het ook te krijgen. Hebben beide ouders hooikoorts, dan is de kans op hooikoorts 50 procent.
Dit wil niet zeggen dat als de ouders geen hooikoorts hebben, de kinderen dit ook niet zullen krijgen. Bovendien zijn er ook kinderen met allergische ouders, die zelf geen allergieën hebben.
Ontstaan van de naam
Hooikoorts heeft niets te maken met koorts of hooi. De naam is in 1928 bedacht door een Engelse arts, John Bostock. Het viel hem op dat de aandoening, waar hij zelf veel last van had, altijd in de hooitijd optrad. Omdat hij zich ook koortsig voelde, noemde hij het hooikoorts. De medische term voor hooikoorts is pollinose. Naar schatting hebben 1,5 miljoen Nederlanders er last van.